Verzorging

Verzorgingstips Biologisch geteelde kruiden.

Inhoud:
1. Introductie
2. De natuurlijke cyclus van de meeste kruiden
3. Standplaats
4. Water geven
5. Bemesting
6. Snoeien
7. Tropische soorten
8. Planten ziekten
9. Brandnetel gier
10. Planten voeding.


Verse knoflook oogst.

1. Introductie. Terug naar boven


Als u vol van uw kruiden wilt genieten is enige verzorging noodzakelijk. We geven u een aantal handig tips en trucs.
We gaan er van uit dat u zorgdraagt voor goede basis verzorging. Een goede basis verzorging bestaat uit voldoende licht, voeding en water voor de plant. Verder is belangrijk om de natuurlijke cyclus van uw plant te kennen, dit zal ervoor zorgen dat, vele zaken logisch zijn te beredeneren.  

2. De natuurlijke cyclus van de meeste kruiden (Tip!). Terug naar boven

Als u de natuurlijke cyclus van de meeste kruiden in uw achterhoofd houdt, zal dit u enorm helpen, bij het verzorging van uw kruiden. Hoe ziet zo'n natuurlijke cyclus er gemiddeld uit:
Een kruid gaat groeien in het voorjaar en heeft uiteindelijk maar één doel namelijk bloeien, zaadvormen en weer in rust gaan of afsterven. Over het algemeen kunnen we ook stellen dat indien een kruid tot zaadvorming gekomen is dat de fut eruit is voor een periode. Met deze basiskennis bent u zelf de regisseur van u kruiden geworden namelijk:

Truc! Indien u uw kruiden fris, jong en productief wilt houden zorgt u ervoor dat het betreffende kruid nooit tot zaadvorming komt. U verwijdert telkens de bloemen, die u vaak culinair nog kunt toepassen, en verder oogst u naar behoefte. Als u daarnaast nog zorgt voor voldoende voeding en water is succes vrijwel zeker. Ben vooral niet te voorzichtig met oogsten/snoeien!!! 'Snoeien doet groeien'. Bent u vooral ook niet te voorzichtig met voeding voor u kruiden. Als u veel vraagt van uw kruiden, dan moet u ze ook veel geven uiteindelijk, zelden zullen de kruiden u dan teleurstellen als u actief voor snoei en voldoende voeding zorgt. 

Indien u toch zaden wilt oogsten bijvoorbeeld voor consumptie, zoals vekel en dille, of om zelf nieuwe kruiden te zaaien accepteer dan dat het betreffende kruidenhoekje er tijdelijk wat rommelig kan uitzien. 

3. Standplaats. Terug naar boven

In zijn algemeenheid willen de meeste kruiden graag in de volle zon of half- schaduw staan. Meestal willen kruiden ook een standplaats, die in beginsel, matig vochtig is. De meeste kruiden zijn wel tolerant betreffende hun standplaats, dus ook al is het een periode veel te nat of te droog dan, levert dit in de praktijk weinig problemen op. Natuurlijk zijn er altijd wat uitzonderingen denk u maar aan daslook (bosplant) deze staat het liefst in de schaduw. Zo is het zoethoutgras weer een moerasplant. Kijkt u bij twijfel even onder het knopje 'kruiden' van deze website voor eventuele specifieke eisen van een individueel kruid.

4. Water geven. Terug naar boven

Hier geldt dat kruiden over het algemeen het beste gedijen bij matig vochtige omstandigheden. Liefst niet te droog maar zeker niet te nat. Als uw kruiden in potten staan is het zeker in de zomer een sterk punt van aandacht wat betreft de vochtvoorziening. Ook al valt er met regelmaat een buitje regen en hebben uw planten in de vollegrond voldoende water, zult u echt u kruiden in pot, regelmatig moeten controleren. Planten in de vollegrond genieten altijd nog het gebruik van de natuurlijke capillaire werking van de bodem. Via kleine holtes in de bodem stijgt er heel lang vocht op vanuit de ondergrond. Kruiden in pot kunnen veel minder gebruik maken van capillaire werking. Geef dus uw kruiden in pot, zeker tijdens het groeiseizoen (maart t/m oktober) voldoende water! Tijdens warme en droge perioden is het raadzaam om een plantschaal onder uw kruidenpotten te plaatsen. Het overtollige water komt in de plantschaal terecht en op het moment dat het kruid weer water nodig heeft kan het kruid het overtollig water alsnog opnemen. Verwen uw kruiden regelmatig met vers regenwater tijdens het groeiseizoen. Het is overigens een fabeltje dat uw kruiden zouden 'verbranden' als u ze water geeft in de volle zon.

Tip. Extra inspiratie zult u zeker vinden in de boeken van Natascha Boudewijn. Green delicious 'puur koken' en 'kruiden'.
Heerlijke boeken vol met tips, ideeën en toepassingen omtrent uw moestuin en tuinieren. De Keuken van Greendelicious is te bezoeken in Voorschoten 



5. Bemesting. Terug naar boven

Onderschat de waarde van een goede bemesting alstublieft niet. Als u er voor zorgt dat uw kruiden altijd over voldoende voedingsstoffen kunnen beschikken blijft u echt een hoop problemen voor. Goed bemeste planten zijn vaak mooier van kleur en lekker mals van structuur.  
Biologisch geteelde kruiden mogen uitsluitend worden bemest met organische meststoffen. Organische meststoffen kunnen van zowel plantaardige als dierlijke oorsprong zijn. Enkele voorbeelden van producenten van organische meststoffen zijn: Eco-style, Plant Health Care (PHC) of DCM. Natuurlijk zijn er meerdere producenten.  
Synthetisch geproduceerde (kunst)-meststoffen zijn niet toegestaan in de biologische plantaardige teelt.  

Hoe vaak en hoeveel moet ik mijn kruiden bemesten?
Start van bemesten met organische voeding mag vanaf eind februari, begin maart.
Maart, april en mei: 1 keer per 4 weken voeding toedienen (1 keer iedere maand).
Juni, juli en augustus: 1 keer per 3 weken voeding toedienen.
Eind september, begin oktober: een laatste voeding van het groeiseizoen toedienen.
Als richtlijn algemeen mag u aanhouden 100 g organische voeding per m².

Peterselie mag altijd ietsje meer voeding en ietsje vaker bemest worden dan de rest van uw kruiden. Dit komt omdat peterselie enorm veel mineralen verbruikt. Dit is ook de oorzaak van het feit dat peterselie gemakkelijk geel blad vormt. Bijkomend voordeel van een, goed gevoede plant, is dat u als gebruiker extra veel mineralen tot u neemt bij het eten ervan.       


Bovenstaand ziet u een indicatie van de hoeveelheid voeding die u per plant, per bemesting, mag geven. Dit is een indicatie voor organische voeding (dit geldt niet voor kunstmerst!!!)


Tijdelijk goedaardige schimmel op de grond na organische voedig gift:
Enkele dagen na het voeden van uw kruiden kan er zich wat schimmel vormen (watten achtige structuur) op de bodem bij de plant. Dit is niet schadelijk.......... maar juist heel goed, het is het bewijs dat micro-organismen de organische voedig aan het omzetten is, voor een voor de plant opneembare vorm. De overigens goedaardige schimmel die zich tijdelijk op de bodem vormt verdwijnt vanzelf weer na een aantal dagen.

6. Snoeien. Terug naar boven
Indien uw kruiden lelijk geworden zijn kan terug snoeien uitkomst bieden. Indien uw kruid, goed bemest is, zal het zich snel herstellen en binnen korte tijd weer bruikbaar zijn voor gebruik. In zijn algemeenheid kunnen we zeggen dat volledig kruidachtige gewassen (dus niet verhout) zich goed laten terugsnoeien, vaak zelfs gewoon tot 1 cm boven de grond! U kunt dus tijdens het groeiseizoen diverse malen een volledig nieuwe start maken. Voorwaarde blijft dan wel dat dit geldt voor volledig kruidachtige gewassen in een goed bemeste grond. Bij kruiden die meer verhout zijn is het verstandig om voldoende blad aan de plant te laten zitten zodat de plant gemakkelijker kan herstellen. Kruiden die ietsje verhouten herstellen moeilijker. Voorbeelden van kruiden die ietsje kunnen verhouten zijn: Salie, rozemarijn, keukentijm en lavendel. Wacht niet te lang met het snoeien van uw kruiden. Hoe regelmatiger dat u het snoeien bijhoudt hoe mooier en productiever uw kruiden zullen zijn. 'Snoeien doet groeien'.


Links een basilicumplant die te hoog geworden is. In het midden een basilicumplant die net vers is teruggeknipt. Rechts een basilicumplant 14 dagen na het snoeien in een perfecte staat. Dit principe geldt voor alle kruidachtige kruidenplanten.

7. Tropische soorten. Terug naar boven

Voor de tropische kruiden geldt dat ze pas na half mei (ijsheiligen) in de tuin gezet kunnen worden. Ook moeten ze voor de eerste nachtvorsten meestal ongeveer half oktober weer naar binnen gehaald worden. Het is de moeite waard om te proberen uw tropische kruiden binnen te overwinteren. De beste kans maakt u op een lichte en koele plek in uw huis. Een temperatuur van tussen de 10 en 15 graden is meestal ideaal. Ben matig met water geven in de overwinteringsperiode.

Tropisch en/of 1 jarig in ons assortiment zijn:

Acmella oleracea - Champagne blad
Acmella oleracea purpurea - Roodbladig Champagne blad
Aloysia triphylla - Citroenverbena
Anethum graveolens - Dille
Coriandrum sativum - Koriander
Atriplex hortensis rubra - Rode tuinmelde
Cymbopogon flexuosus - Citroengras
Lippia dulcis - Azteeks zoetkruid
Ocimum basilicum Magic Blue - Roodbladige basilicum
Ocimum basilicum Magic White - Groenbladige basilicum
Ocimum basilicum Minette - Mini basilicum
Ocimum basilicum thyrsiflorum - Thaise basilicum
Origanum majorana - Echte majoraan
Salsola komarovii Osaka - Japanse zeekraal
Salvia elegans - Honing-meloen salie
Stevia rebaudianum - Honingblad
Tagetes lucidus - Anijsafrikaantje
Tropaeolum majus - Oost- Indische kers (O.I.-kers)

8. Plantenziekten. Terug naar boven

Ook planten kunnen soms ziek worden helaas. Vaak hebben we bij planten te maken met een schimmelaanstasting hoewel bacterie- en virusinfecties ook mogelijk zijn. Een plant is ontvankelijk voor infectie bij een verminderde weerstand of slechte vaak sterk wisselende groei omstandigheden. Vaak zijn de voorkomende ziekten plantspecifiek. Zo kan een plant ten prooi vallen aan schimmels indien de plant tijdelijk verzwakt is. Enkele voorbeelden van deze 'zwakte schimmels' zijn vormen van taksterfte zoals Phoma en Phytophthora. De Phoma of Phytophthora schimmel slaat toe als de plant bijvoorbeeld net fors terug gesnoeid is en dus van nature ook een deel van haar wortels laat afsterven om bovengrondse en ondergrondse delen weer in balans te krijgen. Of bij sterk wisselende bodemtemperaturen bij planten in een pot kunnen pathogene (ziekte verwekkende) schimmels gemakkelijk de kop opsteken. Verder kan 'insecten druk' een probleem zijn. Toch nog een opmerking vooraf. Als u ervoor zorgt dat uw planten altijd voldoende zonlicht, water en voeding hebben in combinatie met regelmatige snoei dan kunt u 90% van alle ziekten en narigheid voorkomen. Een aantal veel voorkomende ongemakken bespreken we kort hieronder: 

Taksterfte
Lavendel, salie en rozemarijn zijn voor dergelijke zaken zeer gevoelig. Indien deze soortjes 1 keer goed zijn aangeslagen en doorworteld, verdwijnen deze problemen ook net zo snel weer als dat ze gekomen zijn. Maar indien deze soortjes ten prooi vallen aan een Phythophthora schimmel is er geen afdoende behandeling mogelijk. Prefentief kunt u wel een aantal zaken doen namelijk:
*Zorgen voor regelmatige watergift (niet te droog en niet te nat).
*Niet te fors in 1 keer terug snoeien maar in etappes.
*Probeer grote temperatuurschommelingen van de bodem te voorkomen bijvoorbeeld door u plant, indien deze in een pot staat, tijdens een hittegolf in de schaduw te plaatsen. 
De meeste andere kruiden hebben hier gelukkig minder last van over het algemeen.


Salvia officinalis 'Purpurascens' links een gezonde plant en rechts een plant die ten prooi gevallen is aan een Phytophthora schimmel. 

Roest.
De roestschimmel herkend u door oranje tot bruine sporenhoopjes aan de onderzijde van het blad en soms ook op de stengel. Roest kan tijdelijk toeslaan bij met name muntsoorten. Uiteindelijk indien uw muntplant gewend is aan haar omgeving zal de roest verdwijnen indien u een aantal punten niet uit het oog verliest. Als het gewas te dicht en vol wordt laat de plant binnen in het gewas bladeren afsterven omdat het zonlicht het blad niet meer kan bereiken. De roestschimmel kan op zo'n moment toeslaan.
Hoe voorkomt u roest? Door uw plant jong en fris te houden door middel van regelmatig snoeien en gele bladeren te verwijderen.
Als de roestschimmel heeft toegeslagen wat dan? Geen paniek, plant tot de grond toe afknippen, voeding geven en de bodem ruim afstrooien met knoflook poeder dit voorkomt de kieming van nieuwe roestsporen. De plant zo zonnig mogelijk wegzetten want ook direct zonlicht zorgt ervoor dat nieuwe roestsporen niet kunnen kiemen. Als u dan de plant de tijd geeft om te herstellen zal de roest uiteindelijk verdwijnen. Het kan wel zo zijn dat u de behandeling zoals omschreven nog één of enkele keren moet herhalen. Maar als deze richtlijnen volgt zal uiteindelijk u de bezitter zijn van roestvrije muntplanten.


Bij een dicht gewas waarbij zonlicht de binnenste bladeren van de plant niet meer kan bereiken gaan bladeren geel verkleuren en afsterven. Bij dit proces liggen er schimmels op de loer omdat het oude afgevallen blad een voedingsbodem is voor bepaalde schimmels en bepaalde micro organismen. Uw kruiden jong, kort en fris houden voorkomt veel problemen. Hierbij is voldoende organische voeding uiteraard ook essentieel. 


Beginnende roestaantasting op de onderzijde van een muntblad (links midden).

Insectenvraat.
Ja een cicade, luisje, rups of slak op uw kruiden kan gebeuren natuurlijk. Als u uw kruiden jong houdt voorkomt u echt heel veel problemen. Dus regelmatig terugknippen en opnieuw voeden is de allerbeste oplossing. Indien u toch buitensporig veel last van insecten zou ondervinden kunt u overwegen zelf een brandnetelgier te maken. Onder normale omstandigheden kunt u hier de zaken prima mee onder controle houden.      


Zuigschade door cicade bij rozemarijn.

9. Brandnetelgier. Terug naar boven

Echt doen hoor!!! Ja het is veel en lastig werk. Echter als u brandnetelgier een paar keer goed heeft toegepast weet u wat u ervoor terug krijgt. Ultiem gezonde en diepgroene planten. Wat heeft u nodig:
*Emmer: liefst 15 liter maar 10 liter kan ook.
*Deksel of doek
*Water
*Brandneteltoppen


Brandnetel. Foto: Twan Wiermans.

Werkwijze:
Vul de emmer met ca. 1 kg brandneteltoppen (bovenste 10 cm van de stengel zonder bloei). Vul dit aan met ca. 10 liter water en 500 g suiker. Dek de emmer af met een doek of deksel. Roer het geheel drie of vier keer per dag om. Afhankelijk van de temperatuur gaat het geheel gisten (borrelen en stinken). Na 14 tot 30 dagen stopt het gisten en ontstaat er een heldere vloeistof met bezinksel. Zeef het geheel in een schone emmer of flessen en bewaar ze donker en koel of pas het bouwsel meteen toe. Hoe hoger de omgevingstemperatuur is hoe sneller het proces verloopt. Onder de 15 graden verloopt dit proces tamelijk traag, boven de 20 graden gaat het redelijk snel. Heel vroeg in het voorjaar is het meestal nog te koud. Wellicht is het verstandig te starten in de tweede helft van het voorjaar (eind april, begin mei) afhankelijk van het jaar. U kunt dit proces de gehele zomer door herhalen echt super. 

Toepassing:
U mag uw gier verdunnen naar 1:10 (1 liter gier, 9 liter water). Toepassen 1 keer per 14 dagen. Liefst toepassen in de avond (geen direct zonlicht op de toe te passen plant) bij droog weer. U kunt de gier vernevelen met een plantenspuit, maar broezen met een gieter kan oo,k hoewel dit minder precies is. Vergeet de gier niet te zeven voor gebruik. Het overgebleven bezinksel kunt u ook gewoon aan uw planten geven. 

Voer eerst een proefbespuiting uit bij kruiden uit de uienfamilie (Allium's) en kruiden uit de vlinderbloemigen familie (Anthyllis). Mogelijk vinden planten uit deze families brandnetelgier minder prettig en reageren ze slecht. De rest van uw kruiden is u onvoorwaardelijk dankbaar.

Oogst uw brandneteltoppen niet direct grenzend aan gangbare land- en tuinbouw percelen. Drift van pesticiden kunnen ook op de brandneteltoppen zitten. Zoek in vergeten ruigten waar niemand acht op slaat en er geen pesticiden worden toegepast.  

10. Plantenvoeding. Terug naar boven

Zoals u wellicht zult weten mag er in de biologisch plantaardige productie geen gebruik gemaakt worden van kunstmest. Organische meststoffen zijn wel toegelaten en onder bepaalde voorwaarden zijn mineralen meststoffen ook toegestaan.


Om het bovenstaande iets te verduidelijken kijken we eerst naar een aantal begrippen:
Een organische stof = Stof die in de natuur door een organisme (=leven) wordt gemaakt. Voorbeelden zijn koolhydraten, eiwitten, vetten, vitaminen, fytonutriënten en organisch gebonden mineralen. Een organische verbinding (molecuul) bevat altijd de elementen: C = koolstof in combinatie met H = waterstof. 

Een anorganische stof = Stof die in de natuur niet door een organisme wordt gemaakt. Voorbeelden zijn water, gesteenten, mineralen. Co2 (kooldioxide) is een anorganische stof die wel het element koolstof bevat, maar niet in combinatie met een waterstof atoom. Zo is ook water H2O anorganisch het bevat wel waterstof maar geen koolstof.

Geraffineerde stof = gezuiverde stof, bijvoorbeeld tafelsuiker.
Ongeraffineerde stof = ruw (natuurlijk) product, bijvoorbeeld suikerbiet.

Terug nu naar de plantenvoeding.
Kunstmest bestaat vaak uit geraffineerde anorganische stoffen die gesynthetiseerd zijn door de mens. Deze voedingstoffen worden feitelijk vrij (ongebonden van kool- en waterstof) aan de plant aangeboden. Dit heeft tot gevolg dat de plant er nauwelijks moeite voor hoeft te doen om deze stoffen op te nemen wat ten kosten gaat van de weerstand van de plant. De kern is dat het micro-organisme wat normaal aanwezig is rondom de plant, om de natuurlijke fermentatie van voedingsstoffen te verzorgen, vaak geheel of deels ontbreekt. Dit zorgt voor een verstoring van de gebruikelijke natuurlijke processen in en om de plant. Doordat bij kunstmest de anorganische stoffen ongebonden beschikbaar zijn, is het risico op uitspoelen van voedingstoffen, redelijk groot. De voedingstoffen spoelen dan uit naar diepere bodemlagen of naar oppervlakte water.   

Organische voeding daarentegen is gebonden aan koolwaterstoffen. Micro-organismen dragen zorg voor de ontbinding van deze voedingsstoffen. Dit zijn natuurlijke processen waarbij er een indrukwekkend samenspel plaatsvind tussen plant en micro-organismen. De plant 'lekt' bewust suikers via de wortel, wat een voedingsbron is voor het aanwezige bodemleven. In ruil daarvoor zorgt het bodemleven voor de fermentatie van organisch materiaal, met als gevolg het vrijkomen van mineralen uit het organisch materiaal. Knap staaltje samenwerking van de natuur.


Ongeraffineerd zeezout.

Als mens krijgen wij, feitelijk de meeste mineralen binnen vanuit organische bron, door middel van het eten van: vis, vlees, zuivel, groenten, fruit en kruiden. Organisch gebonden mineralen (gecheleerd) betekend dat de mineralen in een organisme (plant of dier) gebonden is aan een bepaalde aminozuur combinatie. Organisch gebonden mineralen worden goed opgenomen door ons lichaam. Ons menselijk lichaam kan zelf geen mineralen aanmaken. 

Je bent wat je eet!
Bij Puur Aroma voeden we onze kruiden met organische meststoffen èn met ongeraffineerd zeezout. Ongeraffineerd zeezout bevat nagenoeg alle elementen uit het periodiek systeem. Ongeraffineerd zeezout bevat 90 traceerbare elementen!!! Dit in tegenstelling tot keukenzout of geraffineerd (zee)- zout wat vaak enkel NaCl (Natriumchloride: Natrium en Chloor slechts twee elementen) bevat en eventueel nog verrijkt met jodium. Ongeraffineerd zeezout herkend u aan een wat grauwe (niet zuiver witte) kleur. Verder is ongeraffineerd zeezout altijd vochtig!!! Wat is de gedachtegang achter het gebruik van ongeraffineerd zeezout voor onze planten. De evolutietheorie leert ons dat alle leven op aarde ooit ontstaan is uit een zogenaamde oer brij/oer zee. Uiteindelijk zijn ook wij geëvolueert uit deze oer brei. Zeewater komt qua samenstelling het dichtst bij deze oorspronkelijke oer brij. De samenstelling van ons bloed is vrijwel identiek als de samenstelling van ongeraffineerd zeezout, enkel is de concentratie vele malen lager.

Optimale (planten)- voeding maak je niet in een fabriek of laboratorium, daar is het leven veel te complex voor. Als mens zullen we altijd iets vergeten of nog niet weten. Wij zijn er van overtuigd dat indien we alle beschikbare elementen aanbieden aan de plant, dat de plant haar ideale mix van mineralen hier zelf uit distilleert. Dit is overigens prima te staven door middel van plantsap analysen. Met maten is ongeraffineerd zeezout overigens ook ultra gezond voor u als mens, ondanks dat het van anorganische oorsprong is.
Wij zorgen ervoor dat onze kruiden kunnen beschikken over alle mineralen die beschikbaar zijn in de natuur. Dit betekend dat u als klant verzekert bent van kruiden boordenvol essentiële mineralen. Immers mineralen die een plant niet tot haar beschikking heeft, of krijgt aangeboden, kan ze ook niet opnemen.  

* Als u kiest voor kruiden van Puur Aroma weet u dat deze kruiden, de beschikking hebben gehad over het volledige spectrum aan beschikbare mineralen uit de natuur, op onze kwekerij!!!


Citroenverbena - Aloysia triphylla.
Voor haar heerlijke aroma krijgt ze een 10 (uitmuntend)..... citroenverbena.


We recycelen een groot deel van ons gietwater, tevens vangen we veel regenwater op,
om tijdens droogte te kunnen beregenen.


Kruiden in pot op uw terras zijn geweldig dat is zeker. Wel is het zaak om in de zomer uw kruiden in pot goed te controleren op voldoende water. In pot droogt de plant sneller uit als in de volle grond. Dit zelfde geldt voor de voeding. Kruiden in pot zult u vaker moeten voeden als kruiden in de volle grond.

Terug naar boven